Sven Mallezie
Afgelopen winter schreef ik me in voor het Belgisch Kampioenschap Gravel. Vorig jaar maakte ik de fout om te denken dat ik me wel in de week voordien zou kunnen inschrijven afhankelijk van de weersvoorspellingen. Dat zou me geen 2 keer gebeuren dus zodra de inschrijvingen opengingen stelde ik mijn plaatsje op de deelnemerslijst veilig. Het eerste doel voor 2024 was gekend.
Ware het niet dat Christophe De Mits fijntjes opmerkte dat het WK Gravel in eigen land eind dit jaar toch wel iets uniek zal zijn en een plaatsing er voor mij misschien wel in zat. Een snelle blik op de gravelkalender, met de agenda ernaast leerde al snel dat er nog 1 moment was waar ik me mogelijk kon kwalificeren: zondag 28 april, in de UCI Gravel Series in Valkenburg.
Helaas was deze al hopeloos uitverkocht maar via Nils van “de orde van de gravelsnor” kon ik van een ploegmaat die niet kon deelnemen nog een ticket overnemen. Het eerste doel voor 2024 zou dus 3 dagen vroeger vallen.
Ik wist op voorhand dat kwalificatie op een parcours van 105km met 1200+ hoogtemeters nipt zou worden maar niet geschoten is altijd mis.
Ik nam de tips vooraf met plezier aan en zorgde dat ik tijdig in het startvak stond. Vlak na de start wachtte de Cauberg en daar wordt al de eerste schifting gemaakt dus mee zijn was de boodschap.
Wat na het startschot volgde maakte ik nog niet mee. Vol de Cauberg op, en op het plateau was het koers alsof we een peloton in de Tour De France waren dat zich opmaakte voor een massasprint. Dat je ondertussen al veel renners opraapt van eerder gestarte age-groups maakt de hectiek alleen maar groter. Afzien, alert zijn maar vooral heel erg kicken.
Die hectiek zorgde ervoor dat ik pas na 20 km voor het eerst een slok kon drinken, iets wat me later (letterlijk en figuurlijk) zuur zou opbreken. Op de eerste steile helling van de dag raakte ik de voeling met de kop helemaal kwijt doordat er veel collega’s te voet naar boven moesten.
Bij het ingaan van de 2e ronde begon er al echter wat kramp op te spelen en moest ik me even herzetten. Een groot deel van die ronde legde ik ook alleen af. Het tempo zakte hierdoor wat en ik had een halve ronde nodig om weer wat ritme te vinden, mede door de zeer harde wind bovenop het plateau.
Vanaf dan was het tempo vinden, metgezellen zoeken, en eten en drinken.
Ondertussen had ik geen idee meer over mijn positie en eventuele mogelijkheid tot kwalificatie. Ik geloofde er door de mindere 2e ronde niet echt meer in maar toen Helena me in de bevoorrading op 25km van de aankomst de woorden “Het kan nog!!!” toe riep vond ik weer het geloof en een vijfendertigste adem. Met een mooi groepje legden we de laatste 15km van de laatste lokale ronde af en konden we nog stevig doorrijden. Hierbij haalden we nog enkele renners van mijn age-group in. In de finale van 10km om terug naar Valkenburg te rijden kwam ik weer alleen te zitten en op karakter gaf ik alles wat ik nog in me had om uiteindelijk na 3u32 over de meet te bollen en meteen een Q naast mijn naam te zien staan: Qualified! De 57e plaats op 225 deelnemers was net genoeg om een ticket te bemachtigen voor het WK gravel op 6 oktober in Halle/Leuven.
Nu was het zaak om goed te herstellen want op woensdag stond al het volgende doel op het programma: BK gravel over 153 km in 3 ronden in en rond Turnhout.
De hectiek van zondag herhaalde zich en de eerste gravelstroken dienden zich aan tegen een snelheid ruim boven de 40 km/u. Raar maar waar voelde ik al snel dat de benen hersteld waren van zondag en ze voelden zelfs beter en sterker aan.
Zeker in de eerste ronde lag de snelheid zeer hoog en liet ik me meedrijven in enkele mooie groepen. Op het einde van de ronde lag telkens een technische passage van enkele kilometers langs de vaart en hier zakte het tempo wel wat. Ik besloot hier geen risico te nemen om enkele plaatsen te winnen maar er gebruik van te maken om de hartslag en wattages even te laten zakken.
Bij het ingaan van de 2e ronden vormden we al snel een mooi groepje iedereen een deel van het kopwerk deed waardoor we de snelheid behoorlijk hoog konden houden. In de 2 bevoorradingen en in het stukje langs de vaart viel het groepje echter terug uiteen waardoor ik de laatste ronde solo aanvatte, nog steeds met verrassend veel energie in de benen.
Ik besloot mijn tempo te zoeken en raapte nog enkele metgezellen op waardoor we de laatste 30km wat konden rondrijden. De 3e ronde was voor velen een lijdensweg waardoor we uiteindelijk nog met een drietal kop deden in het groepje. Ik besloot alles in de tank te gebruiken om een zo goed mogelijk tijd te rijden. Vooraf had ik me voorgenomen dat een tijd onder de 5u mooi zou zijn, en 4u45 echt wel top. Na snel rekenwerk had ik echter in de laatste ronde door dat onder de 4u30 zelfs tot de mogelijkheden behoorde. Dit motiveerde om de laatste keer het vaartstuk het tempo strak te houden. Nadat enkele collega’s uit het groepje me in de laatste kilometers met een vuistje kwamen bedanken voor het kopwerk (love the spirit) bolde ik na 4u26 over de meet op plaats 47 van de 191 deelnemers.
Een meer dan geslaagde week met de eerste 2 ervaringen in het gravelcircuit. Smaakt naar veel meer!
Afzien en kicken, is dat dan afkicken?
Regis De Decker
Ook ik had me in alle enthousiasme ingeschreven voor het BK Gravel. Na eerdere deelnames in verschillende Gran Fondo wedstrijden beloofde dit toch iets helemaal anders te worden. Ik stond dan ook met heel wat vragen aan de start. Wat gaat zo’n lange afstand geven op de gravelfiets? Hoe hard wordt er precies gereden? Hoeveel kilometer gravel zit er precies in het parcours? Hoe hectisch is dat eerste uur? Vragen waar ik, naarmate de wedstrijd vorderde al snel een antwoord op kreeg.
Om een duidelijk beeld van het parcours te krijgen ging ik een week op voorhand verkennen. Richting Turnhout en twee rondjes verkennen, dat was het plan. Blijkbaar was ik niet alleen want eens geparkeerd, stond ik oog in oog met Europees kampioen veldrijden Michael Vanthourenhout. De profs doen het ook, dus het zal wel geen kwaad kunnen zeker?
Het weer op 1 mei beloofde prachtig te worden, iets wat meer dan welgekomen was na de eindeloze winter van 23-24. Het was zowaar puffen in het startvak. Ok, even bij de les blijven en het hoofd koel houden. Ik moet wel zeggen dat het behoorlijk impressionant is om aan de start te staan met al die grote namen uit de wielerwereld. Gianni Vermeersch, Jan Bakelants, Sven Mallezie en Greg Van Avermaet. Stuk voor stuk kanjers!
De verkenning bleek tijdens de wedstrijd toch zijn vruchten af te werpen. De hectiek waar je langs alle kanten wordt voorbijgevlogen was in volle gang. Doseren jongens! Of misschien tot straks… later in de race? De eerste 40 km afleggen bij snelheden tussen 36 – 40 km/u. Hoe is dit enigszins mogelijk op een gravelfiets? Toch maar blijven opletten. Want op sommige plaatsen lagen er echt overal bidons die door enkele grote putten uit de houders waren gesprongen. Het parcours bleek ondertussen mooi opgedroogd t.o.v. vorige week. Het begon zowaar te stuiven.
Naarmate de koers vorderde begon alles in zijn plooi te vallen. Groepjes werden gevormd, het kaf van het koren gescheiden en hier en daar hoorde je al (te) vlug “vet van de soep” en “serieus in het rood”.
37 km ver. Eerste bevoorrading. Het voedingsplan zat nog ok, 1 bus op en 1 nieuwe aannemen. Althans dat was het plan. Wat een hoop volk in die bevoorrading, waar is mijn soigneur? F*ck, einde bevoorrading! Geen nieuwe drinkbus. Dan maar verder met de tweede die ik meehad. Volgende ronde moet ik bijtanken of dit komt niet goed.!
Ingaan tweede ronde. Tot mijn grote verbijstering voelden de benen de tweede ronde beter dan de eerste. Doseren dus (in hoeverre dat kan). Ik zat in een mooi groepje en wou met overschot de laatste ronde ingaan. En wat die drinkbus betrof? Deze keer was het wel raak. Ik kreeg er zelfs een gel bij van de soigneur. Iets wat een gouden zet bleek later.
De technische passage langs het kanaal zorgde toch altijd voor wat verbrokkeling in de verschillende groepjes en dat maakte dat het aan de finishlijn opnieuw herorganiseren was. Na zo’n 110 km had ik gezelschap van tien andere renners. Ondertussen ging bij sommigen al serieus het licht, die reed je voorbij en zag je niet meer terug. Toch had ik het gevoel dat dit groepje niet snel genoeg ging. Zo dachten nog twee anderen die probeerden weg te rijden. In een fractie van een seconde moeten beslissen. Meegaan of niet? DOEN! Het komende stuk was toch iets meer verhard en we zien wel hoe ver we komen.
Drie verschillende kleurnummers, dus drie verschillende leeftijdsklassen. Ronddraaien was dus de boodschap. Het had weinig zin om mekaar kapot te rijden, we hadden mekaar nodig.
Al snel kregen we in de verte een nieuw groepje in het vizier. Een achtervolging op poten zetten, dat was ook nieuw voor mij. Maar de voldoening die je krijgt na zo’n 15 km met het mes tussen de tanden te naderen is enorm bevredigend. Laatste keer bevoorrading, toch maar een nieuwe bus aannemen gezien de warme temperatuur en de slopende race. Het additionele gelletje onmiddellijk binnenspelen en de vruchten ervan plukken de laatste 15 km. Nog even en het zat erop.
Uiteindelijk binnenbollen als 46e met een gemiddelde van 33,8 km/u. Nooit gedacht. Dik tevreden!
En wat die pijn in de benen betreft? Die vergeet je snel na het overschrijden van de streep, om nog maar te zwijgen aan de nieuwe plannen die al door je hoofd flitsen.